Header bij recensie, met een plaatje van de voorkant van het boek

Boekrecensie: Autisme en het voorspellende brein van Peter Vermeulen

Onlangs is het boek Autisme en het voorspellende brein: absoluut denken in een relatieve wereld van Peter Vermeulen uitgekomen. Peter Vermeulen is een Vlaamse pedagoog die al jaren boeken schrijft over autisme en lezingen geeft over de hele wereld.

Ik heb de eerdere boeken van Peter Vermeulen altijd met veel interesse gelezen, omdat het voor mij uitlegde wat er schuilging achter mijn moeilijkheden in het dagelijks leven. Vooral zijn boek over contextblindheid vond ik interessant. Wat dat in het dagelijks leven voor mij betekent kun je bijvoorbeeld lezen in dit Twitterdraadje over stemmen als je autistisch bent.

De theorie van het voorspellende brein

Om mijn recensie te kunnen snappen en om te kunnen bepalen of je het boek interessant zal vinden, zal ik eerst uitleggen wat het voorspellende brein precies is, want het is best ingewikkelde stof.

De theorie van het voorspellende brein is een andere kijk op hoe onze hersenen informatie verwerken, die de laatste twee decennia ontstaan is. Tot voor kort dachten we dat we een prikkel binnenkregen en daarop reageerden. Dus gebeurtenis>verwerking>reactie. Steeds vaker komen wetenschappers erachter dat het brein niet reageert, maar voorspelt.

De bijdrage van de zintuigen wordt hierin overschat: we hebben wel input nodig, maar zijn er veel minder afhankelijk van dan gedacht. Het brein verwerkt niet zozeer prikkels, maar vooral prikkels die afwijken van de verwachting. Voordat er prikkels opgepikt worden, gaat het brein al voorspellen wat de input van de zintuigen zal zijn. Wanneer de voorspelling juist blijkt te zijn, dan gebeurt er niets, omdat het model van de wereld klopt. Blijkt de voorspelling niet te kloppen, dan is er een voorspellingsfout, en schiet het brein in actie.

Het voorspellende brein en autisme

Pas tien jaar geleden gingen wetenschappers het idee van het voorspellende brein ook toepassen op autisme. Dit maakt dat we wellicht ook anders gaan denken over hoe we met autisme om moeten gaan.

De modellen die autistische mensen van de wereld hebben zijn te gedetailleerd, te precies en te weinig contextafhankelijk (hoewel de meningen hier nog over verdeeld zijn, aangezien er nog maar kort onderzoek naar wordt gedaan). Vandaar de ondertitel van het boek: absoluut denken in een relatieve wereld. Een autistisch brein neemt de voorspellingsfouten continu te ernstig, waardoor de modellen zo specifiek worden dat ze onbruikbaar worden. Elke situatie lijkt daardoor weer nieuw en generaliseren lukt niet goed.

‘Mensen met autisme lijken lichtelijk verrast te worden door alles.’ (Rebecca Lawson)

Op welke voorspellingsfouten het brein moet reageren, wordt in hoge mate bepaald door de context. De eerdere theorie van Peter Vermeulen: autisme als contextblindheid, blijft hiermee overeind. Je kunt dit boek over het voorspellende brein dus zien als aanvulling op Autisme als contextblindheid.

Hoe ga je nu je deze kennis hebt dan om met autisme?

Het meest opzienbarende punt dat Peter Vermeulen maakt, gaat wellicht over prikkelverwerking. Volgens hem is prikkelarm helemaal niet autismevriendelijk. In het kader van het voorspellende brein zou je prikkels vooral voorspelbaar en controleerbaar moeten maken. Door je bijvoorbeeld te richten op de angst, stress en onzekerheid die ontstaan bij onvoorspelbaarheid, en daarnaast door de context te verhelderen. Er is ook al langer bekend dat hulpmiddelen als een noise cancelling koptelefoon te lang gebruiken, de prikkeldrempel kan verlagen, waardoor je op de lange termijn juist gevoeliger wordt voor prikkels als je de koptelefoon niet op hebt. Naast de prikkelverwerking doet hij suggesties op het gebied van sociaal verkeer en communicatie.

Een vraag die ik zelf had bij het lezen was: maar ik ben juist goed in voorspellen? Ik kan soms tot in detail vertellen wat iemand gaat doen en dat klopt dan ook. Maar volgens Peter zit het probleem op het onbewuste niveau. Dit verklaart waarom iemand in een coachinggesprek bijvoorbeeld antwoord kan geven op vragen over sociaal gedrag, maar toch vastloopt in de sociale wereld. Kennis en weten zijn niet het probleem; zonder nadenken voorspellen wel. Dat is voor mijzelf wel herkenbaar. In een gesprek zelf kan ik vaak niet voorspellen en bijsturen naar aanleiding van de reactie van de ander. Achteraf kan ik wel goed analyseren wat er gebeurde.

‘Er rest hen ook nog een alternatief: het tekort aan snelle intuïtie compenseren met intellect en bewust nadenken over het gedrag van anderen.’

Ook dit is voor mij erg herkenbaar. Ik doe dit al mijn hele leven. Maar ik kan me voorstellen dat het tekort aan snelle intuïtie (en de andere beweringen die Peter Vermeulen doet), generaliserend over kunnen komen. We weten vooralsnog natuurlijk niet of dit bij iedereen met autisme zo werkt. Daar zal meer onderzoek naar gedaan moeten worden.

Wat ik van het boek vind

Het boek bestaat uit redelijk saaie stof, waar Peter Vermeulen toch wel een leuk en goed lopend verhaal van heeft gemaakt. Desondanks zal het voor sommige lezers wat moeilijker te begrijpen zijn. Peter Vermeulen schrijft daar zelf over:

‘Autisme en het voorspellende brein heb ik geschreven voor de lezer die wat meer gefundeerde en genuanceerde kennis over autisme wil, niet voor mensen die kant- en klare autismerecepten of hippe oneliners over autisme willen.’

Ik vond het boek best veel herhaling bevatten. Vooral de uitleg over de theorie zelf. Het had korter gekund. Maar dat zeg ik als iemand met een wetenschappelijke opleiding en misschien is dit voor mensen die wat meer nodig hebben om het te kunnen begrijpen juist fijn.

Wat mij betreft hadden er wel meer praktijkvoorbeelden mogen zijn. Dat had het ook begrijpelijker gemaakt en was boeiender geweest om te lezen. Het is fijn dat de tekst vergezeld wordt door plaatjes en schema’s. Daardoor krijg je er meer beeld bij.

Toen ik een nieuwsberichtje plaatste met een aankondiging voor het boek, schreef iemand in een reactie het jammer te vinden dat het weer gaat over iets wat mensen met autisme minder goed kunnen. Dat is zo: het hele boek gaat over hoe mensen met autisme moeilijker kunnen voorspellen dan mensen zonder autisme. Dat erkent Peter Vermeulen. Hij is zich daar bewust van. Hij schrijft dat het eigenlijk gewoon gaat om een variatie. Met een minder goed voorspellend brein is het lastiger om te overleven, maar het heeft ook mooie kanten, bijvoorbeeld dat mensen met autisme minder snel vooroordelen zullen hebben over een ander. Maar dan had het wat mij betreft ook wat vaker in deze termen omschreven mogen worden: in de zin dat er een ‘verschil’ is of dat het ‘anders’ is, en wat minder als ‘lastiger’ of als ‘een verstoring’.

Ik maak tijdens het lezen van een boek voor een recensie altijd aantekeningen, en ik heb denk ik nog nooit zo veel aantekeningen gemaakt. Er was zo veel wat ik interessant vond en wat ik wilde onthouden… Soms waren de passages die ik wilde onthouden zelfs te groot om op te schrijven en dan heb ik er een foto van gemaakt. Als je jezelf of je kind dus herkent in de theorie van het voorspellende brein, is dit boek zeker een aanrader. Je gaat er nergens zo veel over te weten komen als in Autisme en het voorspellende brein, en het boek geeft ook handvatten voor hoe je er vervolgens dan mee om kunt gaan.

4 gedachten over “Boekrecensie: Autisme en het voorspellende brein van Peter Vermeulen”

  1. Hoi Anne,

    Dank je wel voor deze boekrecensie. Helder stuk en mooi uitgelegd. Ik gebruik het graag in trainingen en koppel de ervaringen aan je terug als je dit wilt. Ben benieuwd naar het boek.
    Ik weet dat Peter over de theorie van het voorspellende brein al een paar jaar geleden sprak. Mooi dat dit nu in boekvorm is uitgegeven.

    NB:
    Hoop je zo wie zo snel weer eens te zien en/of te spreken. Ik hoop dat veel goed met je gaat.

    Hartelijke groet, Ties

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ga naar de inhoud