Blogheader bij artikel over autisme en overprikkeling met portretfoto van Barbara de Leeuw

Overprikkeling bij volwassenen met autisme – gastblog door Barbara de Leeuw

Barbara stelt zich voor

Na mijn opleiding tot pedagoog belandde ik langzaamaan in de autismewereld en zette ik 12 jaar geleden mijn eerste stappen als autismecoach, waarbij ik voornamelijk (jong)volwassenen begeleid in het zelfstandiger worden en het leren omgaan met situaties waarin duidelijkheid nodig is. Opvallend daarbij was dat er een aantal volwassenen was die pas na lange tijd last kregen van overprikkeling en een late diagnose kregen. Dat grote veranderingen in hun leven (echtscheiding, ontslag, verhuizing) ertoe leidden dat ze ineens dusdanig veel last kregen van allerlei klachten dat een diagnose autisme gerechtvaardigd was, was duidelijk.

Maar wat maakte dat ze in al die jaren daarvoor daar in veel mindere mate last van hadden? Het antwoord leek te liggen in het feit dat ze tot die tijd hun leven op een dusdanige manier vorm hadden kunnen geven, dat overprikkeling en andere beperkingen weinig invloed hadden. Diverse gesprekken met deze mensen leidden uiteindelijk tot de methodiek Overprikkeling Voorkomen, die in 2015 ook in boek- en trainingsvorm werd uitgegeven. In dit artikel spring ik dan ook in op de vraag hoe overprikkeling preventief voorkomen kan worden.

Plaatje van de omslag van het boek Overprikkeling Voorkomen (bij autisme) door Barbara de Leeuw
De methodiek Overprikkeling Voorkomen in boekvorm.

Autisme

Na jarenlang als gedragsstoornis te zijn aangemerkt, wordt het langzaam maar zeker steeds duidelijker dat bepaalde gedragingen bij autisme oorzaakgerelateerd zijn. Er komen steeds meer wetenschappelijke onderzoeken die de overgevoeligheid voor prikkels bij autisme aantonen, hoewel daarbij nog wel de kanttekening geplaatst moet worden dat de huidige onderzoeken zich voornamelijk richten op kinderen met autisme. Onderzoek onder volwassenen staat nog in de kinderschoenen. Daarnaast wordt er vooral nog veel gekeken naar jongens. Ook meisjes en vrouwen zijn op dit gebied nog ondervertegenwoordigd.

De andere informatieverwerking en overprikkeling zijn daarbij wellicht de grootste “boosdoeners” en kunnen zelfs een behoorlijke invloed op elkaar hebben. Onduidelijkheid, al dan niet voortkomend uit een andere informatieverwerking, kan bijvoorbeeld leiden tot overprikkeling. Het is mijns inziens dan ook noodzaak om op die oorzaken in te steken, wil men bepaald gedrag veranderen/verbeteren. Niet alleen voor de omgeving, maar vooral ook voor de mens met autisme die hier behoorlijk last van kan hebben. Gelukkig wordt dit gegeven binnen de Geestelijke Gezondheidszorg steeds beter vorm gegeven, waardoor mensen met autisme een meer passende behandeling en begeleiding geboden kan worden.

In dit artikel beperk ik mij tot die overprikkeling, hoewel enige overlap met die andere informatieverwerking uiteraard niet voorkomen kan worden.

Overprikkeling

Maar wat precies is nou die overprikkeling? De cijfers variëren, maar dat elk mens per seconde ontstellend veel prikkels van binnen- en buitenaf te verwerken krijgt, is een feit. De hersens zijn echter in staat de belangrijke, relevante prikkels eruit te filteren en de onbelangrijke prikkels direct weer te verwijderen uit het geheugen. Zo niet voor mensen met autisme. Veel van hen ontberen dat filter, waardoor alle prikkels even aanwezig blijven.

Bekende metafoor hierin is die van de overlopende emmer. Op het moment dat de emmer met prikkels overloopt, ontstaat een ernstige vorm van stress en is het moment daar dat bepaald gedrag zich openbaart. Gedrag dat door de buitenwereld vaak als ongewenst gezien wordt. Denk bijvoorbeeld aan woedeaanvallen, agressie, stevige huilbuien of weigeren mee te werken. Maar ook gedrag dat zich naar binnen keert en voor de buitenwereld minder zichtbaar is, komt veelvuldig voor. Angsten, stilvallen, somberheid of lichamelijke klachten kunnen hier een voorbeeld van zijn. Deze gedragingen zijn niet alleen voor de buitenwereld lastig om mee om te gaan; voor de mens met autisme leiden ze vaak tot onder andere een verlies aan zelfvertrouwen en een intense vermoeidheid.

Op internet zijn diverse stressmeters te vinden waarin kan worden aangegeven hoe de overprikkeling bij iemand verloopt. Daarbij wordt uitgegaan van drie kleuren: groen, oranje en rood, waarbij groen staat voor ontspanning en goed kunnen functioneren en rood de situatie is waarin iemand volledig overprikkeld is. Escalatie. Rood is dus de kleur die we willen zien te voorkomen door al in het middelste, oranje vlak preventief te werk te gaan. Verschillende voorbeelden van zulke stressmeters zijn te vinden op deze pagina onder ‘Crisis: accent op preventie’.

Hoever kan het gaan?

Overprikkeling kan heel ver gaan. Zowel psychisch (angst voor een nieuwe “aanval”, de neiging tot het vermijden van bepaalde situaties, een behoorlijk verlies aan zelfvertrouwen en/of het gevoel niet begrepen te worden) als lichamelijk (buikpijn, hyperventilatie, migraine, misselijkheid) kan overprikkeling tot serieuze klachten leiden. Van één of meerdere burn-out(s) tot het verlies van de controle over de ledematen.

Het komt met regelmaat in mijn praktijk voor dat mensen door overprikkeling niet meer in staat zijn hun gedachten te verwoorden. De spraakfunctie valt tijdelijk uit. De ergste functiebeperking waar ik van gehoord heb, zijn mensen met autisme die door pure overprikkeling tijdelijk gebruik moeten maken van een rolstoel of scootmobiel omdat de hersenen niet meer in staat zijn hun rol te vervullen.

Hoe vaak komt overprikkeling voor?

Ieder mens is anders en dat geldt ook voor overprikkeling. Sommigen hebben drie keer per dag een aanval, anderen eens per week. Niet alleen kan ook dit per persoon variëren, ook de mate waarin het voorkomt en de situaties waarin het voor komt, kan verschillen. Dat maakt overprikkeling zo lastig te vatten. Wat vandaag wel kan, kan morgen misschien niet.

Heeft iedereen met autisme last van overprikkeling?

Nee. In mijn praktijk maak ik ook weleens kennis met mensen die hier helemaal geen last van hebben of met mensen die juist alleen maar last hebben van het tegenovergestelde: onderprikkeling. Over het laatste is zeker nog weinig bekend, maar ook dit kan tot behoorlijke problemen leiden, zoals ondervraging door de omgeving (“hij/zij kan dat toch niet”) en het niet komen tot de uitvoer van bijvoorbeeld huishoudelijke taken of studeren. Aan de laatste druk van Overprikkeling Voorkomen is ook een hoofdstuk toegevoegd over onderprikkeling.

Komt overprikkeling alleen voor bij autisme?

Nee. Iedereen is weleens overprikkeld, bijvoorbeeld tijdens een drukke werkdag of in een drukke supermarkt. Echter bij de meeste mensen hersteld dit zich weer vrij vlot. De overprikkeling waar ik over schrijf is beslist van een ernstiger aard, maar ook deze komt niet alleen bij autisme voor. Mensen met AD(H)D, Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH), een verstandelijke beperking (VB), depressie of een burn-out bijvoorbeeld kunnen al dan niet tijdelijk in even ernstige mate last van overprikkeling hebben.

Wat kun je doen aan overprikkeling?

De hamvraag: is er iets aan te doen? Mijn antwoord daarop is volmondig JA. Overprikkeling is grotendeels preventief te herkennen, mits met de nodige oefening en begeleiding. Daarnaast kunnen aankomende gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld een feest, bijtijds dusdanig aangepast worden dat overprikkeling op die momenten veelal verminderd of voorkomen kan worden. Het is echter niet mogelijk alle overprikkeling te voorkomen. Soms treedt deze zo totaal onverwacht op, dat er geen mogelijkheid was preventief te handelen. Maar als je door oefening een groot deel van absolute overprikkeling kunt voorkomen, is er al veel gewonnen.

Mijn methodiek Overprikkeling Voorkomen (de titel zegt het al) probeert hierin te voorzien. Deze methodiek is geënt op drie sleutelwoorden:

  • Signaleren > welke signalen gaan bij jou vooraf aan overprikkeling?
  • Herkennen > het tijdig herkennen van die signalen, zodat preventief ingegrepen kan worden.
  • Doen! > wat kun je op zo’n moment doen en hoe pas je je dagelijks leven zo aan, dat je in mindere mate last van overprikkeling krijgt.

Voorkomen van overprikkeling

Voorkomen doe je niet zomaar. Dat vereist veel oefening, geduld en lef. Geduld om grondig jezelf te leren kennen en lef om waar nodig je omgeving aan te passen aan dat wat jij nodig hebt.

Signaleren

Het is in eerste instantie zaak om te leren welke signalen je lichaam en psyche afgeven voordat je werkelijk volledig overprikkeld raakt. De lijst van mogelijke signalen is groot. Terugdenkend aan een situatie waarin iemand zeer overprikkeld was, is de vraag: wat voelde je daaraan voorafgaand? Waren er lichamelijke klachten? Kreeg je psychische problemen? Ging je anders denken of je anders gedragen? In het schema’tje hieronder zie je een aantal voorbeelden van zulke klachten:

Symptomen van overprikkeling ingedeeld in de categorieën: lichamelijk psychisch, gedachten en gedrag. Voorbeelden zijn hoofdpijn, vermoeidheid, somberheid en langzamer denken.

Herkennen

Als je gedurende een aantal weken jezelf gemonitord hebt of iemand in je naaste omgeving jou geobserveerd heeft en het is enigszins duidelijk welke symptomen zich voordoen, is het tijd voor stap twee: het bijtijds leren herkennen van deze signalen en de situaties waarin ze zich voordoen. Zijn er vaste momenten waarop je last van naderende overprikkeling krijgt? Bijvoorbeeld elke keer als je in de stad bent of elke keer dat je naar een feest moet? Ook dit moet weer gedurende een aantal weken in kaart gebracht worden, waarbij het wederom noodzakelijk is om hier alle tijd voor te nemen die je nodig hebt.

Doen!

Er zijn verschillende manieren om overprikkeling zoveel als mogelijk is te voorkomen. Eén en ander is natuurlijk volledig afhankelijk van de situaties waarin iemand het meest last van overprikkeling heeft. Dit kunnen verschillende soorten situaties zijn. Hieronder tref je een kort overzicht van de mogelijkheden die er zijn.

  1. Bijtijds rust nemen.
    Even uit de situatie stappen. Ga bijvoorbeeld een korte wandeling maken of verstop jezelf een tijdje op het toilet. Het gebruik van oordoppen kan in rumoerige situaties goed werken. Ook meditatie kan effectief zijn. In dat geval is het boek van Annelies Spek – “Mindfulness bij volwassenen met autisme” absoluut een aanrader.
  2. Pas je dagelijkse planning aan.
    Het hebben van een dagelijkse, doch niet rigide structuur brengt rust, duidelijkheid en regelmaat. Houd dus een dag- en weekplanning bij op een manier die jou het meest bevalt. Een agenda, een planbord en/of een bullet journal. Wissel elke activiteit af met “bijkomtijd”. Even rust alvorens de volgende activiteit te starten.
  3. Pas je woonomgeving aan.
    Teveel prikkels in huis werken averechts. Zorg dus dat alles een vaste plaats heeft, ruim alles direct op, zorg voor dozen en ordners om de losse spullen in op te ruimen en durf overtollige spullen weg te gooien. Neem hierin ook de eventuele kinderkamers mee. Ook zij zijn gebaat bij een opgeruimd huis. Zorg ervoor dat je huis je comfortzone wordt.
  4. Durf “NEE” te zeggen.
    “Nee” zeggen tegen je omgeving is vaak doodeng. Hoe zullen ze reageren? Natuurlijk, er zijn altijd mensen bij die het niet alleen niet kunnen, maar ook niet willen begrijpen. En als diezelfde mensen dan ook nog geen begrip op kunnen brengen, is dat beslist heel lastig en pijnlijk. Toch zijn die mensen vaak veruit in de minderheid. De meesten zullen begripvol reageren als je aangeeft waar je last van hebt en dat je daardoor bijvoorbeeld niet te lang op een verjaardagsfeest kunt blijven. Waar het hier vooral om gaat, is dat je een keuze durft te maken tussen die dingen die MOETEN en die dingen die je WILT. Sociale uitzonderingen daargelaten, zul je zien dat er heel veel situaties zijn die geen verplichting zijn. Ook niet als ze zo voelen. Jij wordt daar echt geen minder vriendelijk mens van.
  5. Leer assertief te zijn.
    Assertiviteit leert je om op een vriendelijke, doch daadkrachtige manier “nee” te zeggen. Op die manier kwets je niemand en zullen mensen eerder geneigd zijn begrip te tonen.
  6. Biedt een sociaal alternatief.
    Kun je niet naar die verjaardag? Biedt dan aan de jarige een keer te trakteren op een lunch. Hij/zij voelt zich niet vergeten, jullie hebben alle tijd om even bij te kletsen en jij kunt kiezen welke locatie jou de minste prikkels oplevert.

Interne prikkels

Ook door de eigen gedachten kun je overprikkeld raken. Het is een stuk lastiger om hier preventief mee om te gaan. Een aantal tips die in mijn boek staan, wil ik jullie echter toch niet onthouden.

  1. Durf om duidelijkheid en voorspelbaarheid te vragen.
    Een mooie methodiek hiervoor is “Geef me de 5” van Colette de Bruin, waarmee je praktisch elke onduidelijkheid kunt wegnemen door ervoor te zorgen dat er invulling is op de punten Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe.
  2. Zorgen om de ander.
    Het is mooi als je je inleeft in iemand anders zijn situatie of emoties, maar als dat betekent dat het jou daardoor belemmert, wordt het tijd om er iets aan te doen.
  3. Niet-helpende gedachten.
    Ook zo’n heikel punt waar veel mensen met autisme last van hebben. “Het kan niet, want….”. Nadeel hiervan is niet alleen het risico op overprikkeling, maar je kunt je dan ook ontzettend onbegrepen gaan voelen.

In mijn boek Overprikkeling Voorkomen staat een keur aan checklists, adviezen en vragenlijsten die je kunnen helpen om alle bovenstaande punten en meer in gang te zetten.

Tips voor familie/vrienden, hulpverleners en werkgevers

Voor de mensen in de nabije omgeving is het vaak de vraag hoe zij kunnen helpen overprikkeling te voorkomen. Uiteraard is dit volledig afhankelijk van de omgeving. Een werkgever zal op de werkvloer andere mogelijkheden hebben dan bij je ouders thuis. Kun je thuis nog relatief veel rust bieden; in een open kantoortuin wordt dat een stuk lastiger. Toch wil ik proberen om in beide gevallen en die van de hulpverlener een aantal tips te bieden.

Familie/vrienden

Naast de hierboven genoemde tips is het vooral van belang dat de overprikkeling serieus genomen wordt. Volwassenen met autisme kunnen van teveel overprikkeling letterlijk ziek worden. Wil je dat zoveel mogelijk voorkomen, dan zal er preventief ingegrepen moeten worden. Biedt dus een veilige haven. Een plek waar iemand tot rust kan komen. Werk daarnaast eventueel samen met diegene met een stressmeter en biedt rust op de momenten dat dat nodig is. Geef duidelijkheid over te verwachten situaties en de dagplanning. Maar geef in sociale situaties ook duidelijkheid over wat er wel en niet verwacht wordt.

Werkgevers

Orde en regelmaat op de werkvloer brengen al de nodige rust. Werk met planningen, duidelijke regels en afspraken die absoluut nagekomen worden. Probeer een rustplek/stilteplek te creëren. Een plek waar even geen prikkels zijn en de werknemer kan bijkomen als hij of zij dat nodig heeft. Werk ook op het werk met een stressmeter en neem de signalen die iemand afgeeft serieus.

Hulpverleners

Als hulpverlener kun je beginnen met een duidelijke beschrijving van de afspraken die gemaakt zijn. Niet alleen waar en wanneer, maar ook de inhoud van een gesprek zijn belangrijk. Het begint eigenlijk al met een mooie, duidelijke stapsgewijze beschrijving van de route naar je kantoor.
Zorg voor een opgeruimde werkkamer. Haal die tikkende klok van de muur, en houd je aan de eerder gemaakte beschrijving.

Tot slot

Is je partner iemand met autisme die snel overprikkeld raakt? Haal dan uit de bovenstaande punten dat, wat in jullie relatie ook kan werken. En wordt niet boos als hij of zij na een drukke dag niet meer in staat is om gezellig met jou te praten. Het hoofd is al zo vol. Biedt hem/haar de broodnodige rust. Die gezelligheid komt dan snel genoeg weer terug.

Bovenstaand artikel is eerder in aangepaste vorm verschenen in magazine Sterk! In Autisme van Autisme Centraal (2018).

Barbara de Leeuw
Autismecoach/pedagoog bij Praktisch Autisme
www.praktischautisme.nl
Twitter: @praktischautism

8 gedachten over “Overprikkeling bij volwassenen met autisme – gastblog door Barbara de Leeuw”

  1. Het is jammer dat er niet echt op in gegaan word als je thuis geen rust hebt, door herrie van buren die verder niet mee willen werken.
    Thuis moet je rustplek zijn maar voor de meesten is t dat juist niet.
    Een heel belangrijk ding..

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ga naar de inhoud