Plaatje van iemand die met z'n voeten op tafel voor de tv zit en met een afstandsbediening naar de tv wijst

Hoe ik leerde socialiseren door middel van films en series

Disclaimer: voor ik deze blog begin wil ik even duidelijk maken: je bent goed zoals je bent. Je hóeft niet te socialiseren. Sterker nog, je autisme camoufleren kan leiden tot autistic burn-out of zelfs suïcidale gedachten. Dit is mijn verhaal en ik begon onbewust met me anders voordoen dan ik ben, omdat ik nog niet wist dat ik autistisch was en ik wilde overleven tussen mijn leeftijdsgenoten. Ik ondervind daar nog dagelijks de gevolgen van. Zowel positief: als je minder autistisch overkomt, word je sneller geaccepteerd in de maatschappij. Als negatief: niet weten wie ik ben en wat ik wil, overschat worden, depressieve perioden en uitputting.

Deze blog schreef ik voor de website voor een boek over autisme en liefde. Het is niet zeker dat het boek er gaat komen, en daarom plaats ik hem nu op mijn eigen blog.

Sociale kennis uit boeken

Als kind las ik alle kinderboeken die er waren in de plaatselijke bibliotheek. Elke drie weken liep ik de bieb uit met een stapel boeken die zo groot was als het maximaal aantal boeken dat ik mocht lenen, en die stapel boeken las ik binnen drie weken uit. Mijn slaapkamer was op de zolder, dus het was makkelijk om van mijn ouders verborgen te houden dat ik nog lang na bedtijd bleef doorlezen. Ik kon me helemaal verliezen in de verhalen en vaak wilde ik dat ik net zo sociaal was als de personages. Op die leeftijd was ik er nog niet bewust mee bezig, maar achteraf denk ik dat ik zoveel boeken las om sociale kennis op te doen.

Ik kon goed leren; daar hoefde ik geen moeite voor te doen op school. Sociaal was het een ander verhaal. Ik zag al die kinderen met elkaar een soort sociale dans doen en ik kon maar niet ontdekken hoe ik mee kon dansen. Meestal stond ik langs de kant te kijken.

Sociale kennis uit films en series

Op de middelbare school begon mijn interesse te verschuiven van boeken, naar films en series. Ik kreeg een eigen tv op mijn slaapkamer en in plaats van dat ik het lampje aanliet om te kunnen lezen, deed ik de deur dicht en keek ik tv. Dat was iets moeilijker te verbergen, dus regelmatig hoorde ik mijn ouders roepen: ‘Anne, doe die tv uit en ga slapen!’

Ik kon er geen genoeg van krijgen. Elke avond keek ik de soapseries die na elkaar op tv kwamen: eerst Goudkust om 19.00 uur, dan Onderweg naar Morgen om 19.30 uur, dan Goede Tijden Slechte Tijden om 20.00 uur. Iedereen was zo assertief in die series. Ik wilde dat ik ook zo was. Ik kwam er al redelijk snel achter dat het op tv en in het echt toch net even anders ging. Scenarioschrijvers hebben immers uren lopen zwoegen op het schrijven van de dialogen, terwijl je in het echt maar een paar seconden tijd hebt om een reactie te geven. Maar ik dacht dat als ik gewoon hard genoeg oefende en veel kennis opdeed, ik het wel een keer zou leren. Tegelijkertijd was ik op zoek naar mensen zoals ik, en die kon ik niet vinden op de tv.

Ik schreef zelfs een mail naar de makers van GTST, met de vraag of ze eens een verlegen personage in de serie konden schrijven. Ik kreeg als antwoord dat dat nou eenmaal niet interessant is om te zien op beeld. Je kunt geen personage hebben dat alleen maar op z’n kamer zit, want dat wil niemand zien. Inmiddels is denk ik bewezen dat het wél kan. Kijk maar naar de serie Mr. Robot, waarin een extreem verlegen en angstig persoon de hoofdrol speelt. Daarnaast blijkt autisme toch ook goed te werken in tv-series, bewijzen de populaire uitingen van de laatste jaren (bijvoorbeeld Atypical, The BridgeThe Good Doctor), hoewel autisme natuurlijk niet gelijk staat aan verlegen of asociaal zijn.

Ik wilde zelfs zo graag begrijpen hoe films en series gemaakt werden en hoe dat verschilde van het dagelijks leven, dat ik Film- en Televisiewetenschappen ging studeren, en ik mezelf nu film- en televisiewetenschapper mag noemen. Op mijn website en voor het magazine Sterk! In autisme schrijf ik analyses van films en series over autisme.

Van sociale dans naar liefdesdans?

Al kwam het nog niet in de buurt van wat ik op de tv zag; het lukte me wel steeds beter om zelf mee te doen aan de sociale dans. Ik kon steeds bewuster inzetten wat ik leerde van tv. Natuurlijk ging het ook weleens mis. Context is alles, en de context kon ik niet zo goed inschatten. Een grapje dat in de klas onder leeftijdsgenoten leuk is, is dat niet per se bij je oudtante van 90. Zo ben ik vaak uitgelachen of heb ik zelfs straf gekregen, maar ik leerde al doende.

Bij de liefdesdans stond ik nog steeds langs de kant, zoals ik op de basisschool langs de kant had gestaan om te kijken naar hoe mijn klasgenoten onderling vriendschappen sloten. Op tv lijkt het allemaal zo makkelijk te gaan: twee mensen leren elkaar kennen, de vonk springt over, en ineens zitten ze te zoenen. De non-verbale signalen die leidden tot zo’n moment miste ik sowieso allemaal. Ik werd een keer meegevraagd naar het theater door een jongen uit mijn klas, waar mijn vriendinnen bij waren. Nadat hij het gevraagd had, zeiden mijn vriendinnen: ‘Oehhh, Anne heeft een date!’ Ik had geen idee dat het zo bedoeld was, en ik kwam er zelf niet meer op terug, bang om verkeerde verwachtingen te scheppen. De ‘date’ kwam er nooit van. Op de universiteit was een studiegenoot verliefd op me. Na een tijdje bevriend te zijn, werd hij ineens boos op me en zei hij dat ik hem ‘aan het lijntje hield’. Maar hij had nooit gezégd dat hij verliefd op me was, dus ik was me van geen kwaad bewust!

Dating-apps

Een deel van de verklaring voor het moeizame verloop van mijn liefdesleven, was toen ik er rond mijn 20e achter kwam dat ik helemaal niet op mannen val. Maar daarmee was het probleem ook nog niet opgelost, want hoe vind je dan een andere vrouw die ook op vrouwen valt als je niet van uitgaan houdt en sowieso minder makkelijk contact maakt? Ik besloot me te wagen aan dating-apps. Een hele nieuwe dans waar ik in eerste instantie niks van begreep. Sommige vrouwen zaten bijvoorbeeld op de app om seks te hebben met een vrouw terwijl hun vriend toekeek of meedeed, terwijl ik echt op zoek was naar een relatie. Gaandeweg, met behulp van wat vriendinnen die de ongeschreven regels van dating-apps wél snapten, leerde ik bij.

En toen, op mijn 29e, was daar Josie (gefingeerde naam). Zij wilde me wel écht leren kennen, en vanaf het begin hadden we de hele dag appcontact met elkaar. De eerste keer dat we elkaar in het echt zagen verliep niet helemaal vlekkeloos. Aan het einde van onze date wilde ze me zoenen, maar ik begreep haar non-verbale signalen niet, waarop zij dacht dat ik haar niet leuk vond. Ik vond haar juist heel leuk en toen ik haar daar weer van overtuigd had, gingen we op een tweede date. Van tevoren hadden we uitgebreid gesproken over hoe we het dit keer aan zouden pakken. Zij zou me vragen: ‘Mag ik je zoenen?’, zodat ik wist wanneer de zoen eraan kwam. Niet helemaal zoals je het op de tv ziet, maar wel op de manier die voor ons werkte. Er volgden nog wat dates en nog wat zoenen, maar uiteindelijk kwam het niet tot een relatie. Inmiddels ben ik 33 en is het bij Josie gebleven.

Liefde gaat niet zoals in films

In de liefde gaat het voor mij dus niet zoals in films, maar ik probeer daar niet te veel bij stil te staan of een probleem van te maken. Ik herinner mezelf weleens aan een liedtekst van Ellie Goulding:

“When love’s not playing out like the movies; it doesn’t mean it’s falling apart.”

Ik ben blij met de ervaring die ik wél heb, en ik heb dus ook zelf kunnen ervaren dat de liefde niet altijd verloopt zoals in films, waardoor ik er een realistischer beeld van heb. Het zou fijn zijn om een levenspartner te hebben, maar het is ook hard werken om een relatie gezond te houden. In dat laatste gaat momenteel geen energie zitten voor mij, en dat kan ik soms ook wel waarderen, want het leven met autisme kost al genoeg energie.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ga naar de inhoud